Terug naar het overzicht

Situationeel leiderschap: bij de hand nemen of zelf laten ontdekken?

Om het aantal schoolverlaters terug te dringen wordt coaching en begeleiding steeds belangrijker. Maar hoe doe je dat? Wat zegt de wetenschap erover? En bovenal: welke voordelen neemt het mee? Iedere week publiceren wij een blog hierover gebaseerd op ons white paper (klik hier om het te downloaden). In dit blog gaan we in op situationeel leiderschap en op maat gemaakte begeleiding van je studenten.

De begeleiding die een school biedt is van grote invloed. Want hoe begeleid je een student die niet gemotiveerd is maar wel de capaciteiten heeft? En hoe coach je een student die ontzettend gemotiveerd is maar nog niet de kennis heeft? Dáár komt situationeel leiderschap om de hoek kijken.

Wat is situationeel leiderschap?

De theorie van situationeel leiderschap (Blanchard, 2007) stelt dat er vier leiderschapsstijlen (of: begeleidingsstijlen) zijn. Blanchard onderscheidt de volgende stijlen:

  1. Directief: deze stijl heeft veel sturing en weinig persoonlijke ondersteuning;
  2. Overtuigend/coachend: bij deze stijl komt ook veel sturing kijken, samen in combinatie met veel persoonlijke ondersteuning;
  3. Participerend: hierbij komt weinig sturing kijken met veel persoonlijke ondersteuning;
  4. Delegerend: hierbij komt weinig sturing en weinig persoonlijke ondersteuning kijken. Hoe effectief deze stijlen zijn hangt sterk af van de situatie, in dit geval het zogenoemde ‘ontwikkelingsniveau‘ van de student. Het ontwikkelingsniveau hangt af van de motivatie en de competenties van de student. Er zijn vier ontwikkelingsniveaus:
  1. Onafhankelijke achiever

De student heeft veel competenties en is ontzettend gemotiveerd.

  1. Vaardige maar voorzichtige bijdrager

De student heeft middelmatige tot hoge competenties, maar heeft variabele motivatie.

  1. Enthousiaste beginner

De student heeft nog niet veel competenties, maar is wel zeer gemotiveerd om te leren.

  1. Gedesillusioneerde student

De student heeft enige competenties, maar is weinig gemotiveerd.

Welke begeleidingsstijl past bij welk ontwikkelingsniveau?

Je raadt het misschien al: de ‘enthousiaste beginner’ heeft een meer directieve begeleidingsstijl nodig met weinig ondersteuning. We verbinden samen met je de begeleidingsstijlen met de ontwikkelingsniveaus:

De onafhankelijke achiever heeft het meest aan een hoge mate van autonomie en heeft weinig steun nodig. De vaardige maar voorzichtige bijdrager moet vooral aangemoedigd en ondersteund worden en heeft minder aanwijzingen over de taak nodig. De enthousiaste beginner is het meest gebaat met een directieve, taakgerichte benadering; door zijn of haar enthousiasme heeft deze beginner weinig steun nodig. De gedesillusioneerde student heeft het meest aan een directieve, taakgerichte benadering, maar heeft ook steun nodig.

Hoe nu verder?

Het kwam duidelijk naar voren in onze vorige blogs: met het toelatingsrecht op het mbo (zie ook MBO-today) is goede begeleiding en coaching belangrijker dan ooit. Mbo-scholen mogen studenten niet meer weigeren aan de poort op basis van een intaketest. Maar daardoor ontstaat onzekerheid over hoe goed de student bij de opleiding past. Daarom is de begeleiding die je aanbiedt ontzettend belangrijk. Met behulp van dit blog weet je welke begeleidingsstijl past bij iedere student.

Wil je de verschillende begeleidingsstijlen aanleren? Neem dan eens een kijkje op de pagina van AMN Studiecoach. Dit is een leergang die we aanbieden om nog beter te leren begeleiden en coachen. En ben je benieuwd naar hoe je in kaart brengt welk ontwikkelingsniveau een student heeft? Kijk dan eens bij de AMN Talentscan. Die brengt namelijk in kaart welke begeleidingsstijl het best past bij een student. Vanuit daar kun jij jouw student zo goed mogelijk begeleiden!