De AMN Talentscan is een hulpmiddel om jou op de juiste manier te begeleiden. Hiervoor hoef je niet vooraf te oefenen. De Talentscan laat juist jouw talenten en mogelijkheden zien. Ook zie je waar je begeleiding bij nodig hebt.

Het is niet erg als je sommige antwoorden niet weet. Bijna niemand kan alle opgaven zonder fouten maken.

Je kunt je niet voorbereiden op de AMN Talentscan.

We hebben wel een aantal tips:

• Bespreek vooraf, met je contactpersoon, als er zaken zijn die de testresultaten kunnen beïnvloeden. Bijvoorbeeld bijzondere omstandigheden of medicijnen die invloed hebben op de concentratie.
• Zorg dat je fit en uitgerust bent.
• Maak de test op een rustige plek.
• Maak de test alleen, schakel geen hulp in. Het gaat tenslotte om jouw talenten en mogelijkheden.
• Laat je niet afleiden.
• Zet je mobiele telefoon uit.
• Gebruik pen en papier.
• Gebruik geen rekenmachine.

De test duurt gemiddeld 1,5 – 2 uur. Je kunt altijd tussendoor stoppen en op een later moment verdergaan waar je bent gebleven. Check wel eerst tot wanneer je de test kunt maken.

Voorbeeldopgaven

Cijfers

15 + 3 – 4 =

Antwoord: 14

Componenten

Er wordt een voorbeeldfiguur gegeven. Deze bestaat uit twee bouwstukken. Naast het voorbeeldfiguur worden zes losse bouwstukken getoond. Kies twee bouwstukken waarmee het voorbeeldfiguur kan worden gemaakt.

Antwoord: bouwstuk 2 en bouwstuk 5.

Figuren

Eén afbeelding wegstrepen die niet bij de rest past.

"Welke afbeelding hoort niet in dit rijtje thuis?'

Antwoord: afbeelding 3. In elke afbeelding staan een groot en een klein figuur, terwijl in afbeelding 3 juist twee figuren van gelijke grootte staan.

Verschillen

Alle figuren zijn precies hetzelfde, op één na. Welke figuur is anders?

Antwoord: het derde vakje. In dit figuur ontbreekt namelijk een zwart rondje, dat in de andere figuren wel voorkomt.

Woorden

Kies het woord dat het beste in de zin past.

Ons huis ...... verkocht.

1. heeft
2. mag
3. is
4. staat
5. gaat
6. kan

Antwoord: 3. is. Deze past het beste in de zin. Die wordt dan: “Ons huis is verkocht”.

Woorden relateren

Verbanden herkennen tussen gegeven woorden en op basis daarvan het juiste antwoord kiezen.

Aardbei – Fruit
Paprika – ...

1. appel
2. gezond
3. groente
4. rood

Antwoord: 3. Groente. Paprika moet op dezelfde manier samenhangen met één van de antwoordmogelijkheden, als dat aardbei met fruit samenhangt. Aardbei is namelijk een fruitsoort en paprika is een groentesoort.

Persoonlijkheid

Alle vragen van persoonlijkheid hebben dezelfde vraagvorm en dezelfde antwoordmogelijkheden.

Ik vind trouw zijn erg belangrijk

1. Ja! Dat is waar
2. Ja, dat is vaak waar, maar soms niet
3. Nee, dat is meestal niet waar, maar soms wel
4. Nee! Dat is beslist niet waar
5. Ik begrijp deze zin niet